Poëziefonds OPEN
Gaandeweg
Iemand loopt me tegemoet
het beeld nog onbestemd.
We zien elkaar, hoe verder
op het pad, hoe naderbij.
Bij elke stap mijn rug en hoofd
wat rechter op en - en passant -
de mondhoeken iets hoger
voor het groeten, het spreken
van een goedendag.
Zo gaan we aan elkaar voorbij
raken dezelfde aarde. Waar jij
net liep, loop ik. Kwam ik mezelf
daar tegen, heb ik jou ontmoet?
Je kijkt niet om. Mijn rug
en hoofd, zij tonen nu weer
wie ik eerder was. Zonder ogen
van een ander, zonder gloed.
Uit: Vindersloon, Monica Boschman